Menu
Joseph barrientos o Ql0e V Yd n8 unsplash
Cases

Op koers in een turbulente tijd voor het sociaal domein

In de jaren sinds de decentralisaties van 2015 is veel gebeurd en hebben gemeenten veel geleerd over sturing en financiële beheersing van het sociaal domein. Toch zijn er nog talloze uitdagingen voor veel gemeenten, is op veel plaatsen sprake van (het risico en de dreiging van) tekorten en wachtlijsten voor hulpverlening en zijn er nieuwe opgaven zoals de nieuwe Wet inburgering en doordecentralisering beschermd wonen. Corona kwam daar nog overheen. Parallel aan deze opgaven werkt het rijk samen met gemeenten aan een nieuwe verdeling van het gemeentefonds en hebben we een nieuw regeerakkoord met afspraken over financiële verhoudingen en gemeentelijke taken. Kortom: gemeenten staan nog steeds voor flinke beleidsmatige en financiële opgaven in het sociaal domein. Of zoals de Visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein al stelde: “de financiële onzekerheden worden eerder groter dan kleiner”.

De vraag bij dit alles is hoe gemeenten de regie kunnen nemen en behouden, en te sturen. Niet alleen op geld (komen we uit met de beschikbare middelen), maar juist ook op het realiseren van resultaten voor inwoners die ondersteuning nodig hebben. In deze blog geven we aanknopingspunten hoe dat kan, als startschot voor een reeks van blogs over het onderwerp sturing en financiële beheersing sociaal domein.

Niet de zee beheersen, maar vaardig roeien

In woelige tijden ontstaat de wens het geheel te overzien en vanuit inzicht te beheersen. Bij zoveel onzekerheden tegelijk is dat simpelweg onmogelijk. Niemand kan de impact van alle ontwikkelingen van binnen en buiten overzien, laat staan beheersen. Een woelige zee valt ook niet te beheersen. Een andere reactie op onzekerheden is afwachten en maar zien waarheen de zee stroomt. Probleem is dat sommige onderwerpen te urgent zijn om af te wachten; je wilt niet wachten tot het te laat is en je bent afgedreven. Ook al kun je de zee niet beheersen, je kunt wél roeien, koers houden en meebewegen met de juiste stromingen. We geven aan hoe dat zou kunnen.

1: Leer de zee kennen

Breng de (financiële en beleidsmatige) omstandigheden en onzekerheden waar de gemeente mee te maken heeft in kaart. Aan de ene kant gaat dat over de inkomsten. Gemeenten hebben (niet alleen op het sociaal domein) weinig invloed op de inkomsten. Belangrijk is dan dat gemeente impactanalyses maakt over de ontwikkeling van de inkomstenkant de komende jaren. Wat betekent de nieuwe verdeelsystematiek van het gemeentefonds voor de inkomsten de komende jaren? Nemen deze af of niet, en op welke terreinen hebben deze betrekking? Tellen de verschillende onzekerheden over inkomsten op, of is er juist kans dat mee- en tegenvallende inkomsten tegen elkaar wegvallen? Door een paar realistische maar duidelijk verschillende scenario’s te ontwikkelen en analyseren ontstaat al snel inzicht in hoeverre financiële uitdagingen toe- of afnemen, en hoe gevoelig de gemeente-inkomsten zijn voor ontwikkelingen van ‘buitenaf’. Zo leren gemeenten de zee waarin ze varen, beter kennen. En neemt de kans op vervelende verrassingen af.

Daarnaast is het ook van belang om duidelijke scenario’s te maken van de uitgaven. Wat gaat het betekenen als we de komende jaren voortgaan op de huidige voet? Welke alternatieve mogelijkheden zijn er? Wat is het speelveld waar de gemeente wél invloed op heeft (bijvoorbeeld de ruimhartigheid van regelingen en de toegang tot een deel van de Wmo), en wat ligt veelal buiten de invloedssfeer (zoals de instroom van bijstandsgerechtigden)? Staat de gemeente hierin alleen of zijn er buurgemeenten met dezelfde onzekerheden en uitdagingen? Dergelijke kennis van de zee en haar stromingen geeft inzicht in wat de omstandigheden zijn, en waar de gemeente ruimte heeft om bij te sturen.

2: Breng kansrijke vaarroutes in kaart

Per scenario kunnen gemeenten vervolgens inventariseren wat mogelijke maatregelen zijn om de invloed van buitenaf te beperken, of juist daarin mee te bewegen. Wat levert een bepaalde maatregel op in welk scenario? Wat is de impact op de burger en de ambtelijke organisatie? Wanneer is welke maatregel de beste optie? Is er een optie die in alle gevallen goed werkt (no regret), of is de onzekerheid nog te groot om de impact van een beleidsoptie te overzien?

De vaarroutes richten zich enerzijds op de hoogte van de inkomsten. Een gemeente kan bijvoorbeeld op basis van potentiële nadelige herverdeeleffecten van een nieuw verdeelmodel een lobby gaan voeren. Iets waar al diverse gemeenten mee zijn gestart. Mogelijk kan een gemeente aansluiten bij gelijkgestemden. Daarnaast is het gesprek over financiële solidariteit en risicodeling tussen (samenwerkende) gemeenten relevant. Verder is een kader nodig over hoe om te gaan met ‘schotten’ tussen beleidsterreinen. In hoeverre mag een tekort op het sociaal domein aangevuld worden met middelen die eerder bedoeld waren voor lantaarnpalen? We zien gemeenten worstelen met deze politiek-maatschappelijke discussie, zeker ook nu het sociaal domein onderdeel wordt van de ‘grote pot’ van de algemene uitkering.

Aan de uitgavenkant zijn er vele mogelijke vaarroutes. Vaak zijn er geen pijnvrije maatregelen; met name in het sociaal domein kan dat lastige dilemma’s opleveren. Deze dilemma’s zijn maatschappelijk van aard en verdienen een politieke discussie met de gemeenteraad. Een voorbeeld van een vaarroute is gerichte sturing. Dan gaat het niet alleen om financiële sturing, maar het gehele besturingsmodel in het sociaal domein. Keuzes die gemeenten maken, bepalen de financiële huishouding. Dat is op zich geen nieuw thema, maar toch zien we dat gemeenten maar langzaam vorderingen maken.

Zo heeft de Visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein in haar vierde rapportage een mooi overzicht gepresenteerd van thema’s waar gemeenten op moeten letten[1]: prioriteer visie en doelstellingen, operationaliseer deze en maak een inhoudelijk afwegingskader, breng samenhang aan in de gemeentelijke organisatie, maak het beleid effectief (niet alleen mooie woorden), werk samen in de regio, duid informatie, et cetera. Kortom; een lijst die iedere gemeente langs kan lopen om te zien of ze op al deze fronten “goed georganiseerd” is.

3. Vaar op koers

Door stappen 1 en 2 heeft de gemeente inzicht verkregen op waar het heen kan roeien. Het levert niet alle antwoorden op, dicht niet alle “gaten”, noch lost het alle problemen en onzekerheden op tijd op, maar maakt wel inzichtelijk waar de gemeente zelf invloed op heeft.

Vervolgens is de vraag: wat betekenen die inzichten voor de toekomstige (politiek-bestuurlijke) agenda en het tempo waarin we doelen kunnen realiseren? Hoe afhankelijk zijn de keuzes van welk scenario uiteindelijk bewaarheid wordt? Welke koers wil de gemeente varen? Het nieuw te vormen gemeentebestuur zal scherpere keuzes kunnen maken welke kant op geroeid kan worden in welke situatie.

Dat betekent actief koersen: maatregelen voorbereiden en in gang zetten, maar ook bijsturen in veranderende omstandigheden. Dit vraagt samenwerking met externe partners en een lerende houding, zowel bestuurlijk, ambtelijk en in de uitvoering. Samen ontdekken wat werkt en hoe (samenwerkende) organisaties effectiever kunnen worden. Niet afwachten dus en een speelbal worden van een woelige zee, niet proberen met alle winden mee te zeilen. Maar in control zijn van het eigen handelen. Dat is wat nu nodig is.

Koers van dit blog

Dit jaar gaan we met een aantal blogs in op ‘specifieke wateren’ (actuele beleidsterreinen) waar gemeenten in koersen. We denken aan wateren als Beschermd Wonen, de Jeugdwet, en de Participatiewet inclusief BUIG-financiën, maar we zullen bijsturen als daar aanleiding toe is. We delen inzichten en ervaringen uit onderzoeken en adviesopdrachten met jullie. Wij zijn immers geen stuurlui aan wal maar varen graag met onze klanten mee.

[1] Visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein, 15 april 2021

Reageren op deze case?

Stuur dan je reactie naar:

Joost van Gemeren